Wijn is ontzéttend leuk. Voor ‘Wijn met…’ praat ik met mensen die er net zo over denken, om hun allerbeste tips te horen, verhalen te delen en natuurlijk om samen wijn te proeven. Mijn derde gast in deze serie is Harold Hamersma, de bekendste wijnschrijver van Nederland.
Harold ken je waarschijnlijk vooral van zijn wijngidsen, ‘De Grote Hamersma’. Dé wijngids die honderdduizenden Nederlanders elk jaar wegwijs maakt in de supermarkten en bekende slijterijen. Hij krijgt jaarlijks zo’n 8.000 wijnen opgestuurd om te proeven en te beoordelen, de ‘beste’ met een cijfer vanaf de zeven (ruim voldoende) komen in de gids. Handig, want zo weet je beter wat je wel en niet uit het schap kan grissen. Daarnaast heeft Harold talloze boeken over wijn geschreven, naast zijn vele wijngidsen schreef hij onder andere Handboek voor de moderne wijndrinker, Wijnreis door mijn lichaam, Dagboek van een gezonde wijndrinker en Waanzin & wijnzin. Ook zag je hem op 24Kitchen met de Wit, Rosé en Roodtrip.
Wijn en schrijven is wat hij doet, en gezien dat ook mijn grote bezigheden zijn en ik meneer Hamersma als een grote inspiratiebron zie, sprak ik met hem af op zijn werkplek in de Pijp in Amsterdam.
Hoe ben je begonnen met wijn?
‘Ik ben geboren onder de rook van de Heinekenbrouwerij. Ik denk dat ik door die permanente geur van hop en gist in de armen van de wijn ben gedreven. Toen ik studeerde, ik was zestien, zeventien, kocht ik bij de Albert Heijn van die pakken wijn. Dat was ook het enige wat er in de schappen stond. Langzaamaan ging ik steeds vaker voor wat duurdere wijnen, vijftien gulden trok ik er dan voor uit. Ik vond het echt nectar. Samen met vrienden ging ik soms naar de Henri Bloem om voor vijf gulden samen verschillende dingen te proeven. Het had me compleet te pakken. Ik móest er iets over leren. Toen al was Hubrecht Duijker een groot wijnschrijver en ik las en leerde zoveel als ik kon.
Ik heb jarenlang als reclamemaker gewerkt en heb in die periode als hobby altijd over wijn geschreven. In de jaren ’80 schreef ik voor HP de Tijd, later kwamen daar meer magazines bij. Als klein kind wist ik al dat ik wilde schrijven. Ik was gek op boekjes en was altijd bezig met tekst. Schrijven is ademen voor mij, nog steeds. In 2000 schreef ik mijn eerste boek: De lekkerste Chardonnay, een wijnkoopgids. Er volgden er meer: De lekkerste rosé, De lekkerste Sauvignon Blanc. In 1999 verkocht ik mijn reclamebureau en in 2004 ben ik er weggegaan om me volledig op het schrijven en de wijn te storten. Op mijn veertigste ben ik een heel nieuwe carrière gestart en nu ben ik elke dag aan het schrijven en proeven. Op dit moment werk ik aan De Grote Hamersma 2019 die volgend jaar uitkomt. Dagelijks beschrijf ik zo’n dertig wijnen.’
‘Als wijnboer ben je niet alleen bottleseller, maar ook storyteller. Je merkt het als je bij wijnboeren langsgaat. Het zijn allemaal zulke leuke mensen die gepassioneerd over hun wijnen vertellen. Prachtig is dat.’
Wat vind jij zo mooi aan wijn?
‘Ieder jaar is een ander jaar. Dit jaar is het bijvoorbeeld heel heet in Europa, maar volgend jaar kan het weer nat en druilerig zijn. Daar krijg je hele andere wijnen van. En elke wijn vertelt een verhaal. Als wijnboer ben je niet alleen bottleseller, maar ook storyteller. Je merkt het als je bij wijnboeren langsgaat. Het zijn allemaal zulke leuke mensen die gepassioneerd over hun wijnen vertellen. Prachtig is dat.‘
Wat is jouw favoriete wijn?
‘Dat hangt af van wie de rekening betaalt… Maar zonder grappen: mijn vrouw en ik zijn gek op beendroge champagne. Zo droog als de wikkel van een mummy met een droge huid. En dan het liefst van kleine producenten, bijvoorbeeld Leclerc Briant, Larmandier-Bernier en Pierre Peters.
Ik ben ook gek op Duitse droge Riesling, de enige wijn die echt geen eiken nodig heeft. En: hoge witte en rode Bourgogne, hoge rode Beaujolais, Noord-Rhône rood en Noord-Italië rood, liefst uit Piëmonte. Nebbiolo, Dolcetto, Barbera…’
‘Je ziet het weleens in restaurants, flessen rood op een plank hoog in de zaak. Die moet je gewoon niet drinken zonder eerst in de koelkast te zetten.’
Aan welke wijnfabels stoor je je?
‘Dat je rode wijn op kamertemperatuur moet drinken! Kamertemperatuur is tegenwoordig zo’n 22 graden. Dan krijg je glühwein. Buiten is het nu 29 graden, hier binnen met gemak 25, rode wijn moet je dan echt koelen. Je ziet het weleens in restaurants, flessen rood op een plank hoog in de zaak. Die moet je gewoon niet drinken zonder eerst in de koelkast te zetten.
Geen fabel, maar wel een horeca-ergernis: wijn uit van die Duralex waterglazen. En een ongeïnteresseerd samengestelde wijnkaart.’
Wat is je favoriete wijn-spijs combinatie?
‘Rode Beaujolais met kip uit de oven. En: tournedos met béarnaise met Chenin Blanc uit de Loire. Waarom dat zo goed samengaat? Beide hebben ze kruiden (dragon), een karamelkrokantje en genoeg zuur. Ik dacht eerst dat ik het zelf subjectief erg lekker vond, toen ik het aan meerdere chefs en sommeliers liet proeven, bleek dat ik het niet zomaar top vond. Het is gewoon écht een fantastische combinatie.’
Welke wijn kan je aanraden aan mensen die beginnen met wijn drinken?
‘Wanneer je koffie leert drinken, drink je die eerst zacht en romig. Met melk en suiker. Langzaam minder je met die romigheid en zoetheid en ga je de bittere, donkere, krachtige substantie lekker vinden. Zo is dat met wijn ook. Begin makkelijk, zacht. Mijn aanraders:
- – witte wijnen met minder zuur, zoals een Viognier. Dit is een zachte wijn met smaken van abrikoos en perzik. Niet te droge Riesling is ook een goede, kies dan voor een met ‘feinherb’ op het label, die zijn lichtzoet. En een Elzas Pinot Blanc of Pinot Gris en wijn van droge Muskaatdruiven.
- – rode wijnen met zachte tannines. Instap-Beaujolais of Pinot Noir uit Chili. Deze zijn soepel en zacht. Drink ze iets koel. ‘
Heb je een wijn met een speciale herinnering?
‘Dat was een Magnum Dom Perignon uit 1980. Onze zoon was net geboren en mijn broer nam deze mee de verloskamer in. Een uitstekende combinatie met beschuit met muisjes.’
Wijn proeven met Harold
Op de dag van het interview was het 36 graden in Amsterdam en dus besloten we de rode wijn te skippen. Zes witte wijnen werden het, van Duitsland tot Italië.
Hieronder mijn korte proefnotities.
1: Villa Bagnolo Biancobagnolo Romagna Albana Secco 2017
: Héél frisfruitig, citroen, perzik en dille. Als een wit linnen frisgewassen gordijn waaiend in een zomerbries. Ik leerde van de meester, he.
2: Marina Cvetic Riserva Trebbiano 2016: Trebbiano. Oei. Banaan, tropisch fruit, karamel, boter en vanille. Wulps en rond.
3: Cala Silente Vermentino di Sardegna 2017:
Een snoepjeswijn! Heel rijpe meloen en peer, met wat kruidigs als tijm.
4: Feudi Branciforti Dei Bordonaro Grillo 2017
: Niet te verwarren met ‘Bosco del Grillo’ die ik laatst op de timeline besprak. Dit is de druif Grillo! Rijpe perzik, vanille, natte steen en ergens ver weg suikerspin.
5: Van Volxem Alte Reben Riesling 2016:
Mijn ultieme favoriet van de zes. Oude stokken van Van Volxem. Riesling is sowieso al een fijne druif, maar van oude stokken is ’t helemaal feest. Zeer overrijp fruit, banaan en die heerlijk herkenbare petrolgeur en -smaak. Proef ik nu nog.
6: Schoffit Vieilles Vignes Pinot Gris Cuvée Alexandre 2016: Pinot Gris uit de Elzas, hmmm, bijna zoet door het weelderige zoete fruit in de smaak! Perenijsjes en amandelspijs. Een fijn toetje.